Onderzoek

Eerwraak verhaal: Zada (2013)

Zada
geboren: ?
Moordpoging: 18 november 2013
Woonplaats: Flensburg
Herkomst: Libanon
Kinderen: 2 zonen
Dader: haar ex-partner Ahmad H. (48 jaar)

In juli 2013 maakt Zada het uit met haar vriendje Ahmad. Op 18 november, kort voor 4 uur 's ochtends, valt hij haar appartement binnen en verwondt haar en een aanwezige zuster met strijdbijl en pistool. Hij giet 13 liter benzine en motorolie in de hal en op de zolder en steekt het huis in brand.

Meer dan 50 mensen moeten worden geëvacueerd en verliezen hun huis. De brandweer spreekt van een klein wonder dat er niet meer slachtoffers zijn. Het huis moet worden afgebroken.

De nacht na de misdaad wordt Ahmad gearresteerd. Er lopen verschillende procedures tegen hem, waaronder schendingen van de Wet op Stalking en Bescherming tegen Geweld.

In mei 2014 begint het proces voor poging tot moord bij de regionale rechtbank in Flensburg. Ahmad is veroordeeld tot 8 jaar en 7 maanden gevangenisstraf. Een zinsnede in het rechterlijke vonnis spreekt ook over een "diepgeworteld archaïsch beeld van de vrouw." Zada is niet de echte naam van de vrouw.

Er wordt een nieuw gebouw neergezet. In maart 2018 steekt een Afghaanse vluchteling zijn vriendin, die al was begonnen met het dragen van hoofddoeken voor hem, neer in dit huis.

Wat is eerwraak?

Een eremoord is een moord in naam van de eer. Als een broer zijn zus vermoordt om de familie-eer te herstellen, is dat een eerwraak. Volgens activisten zijn de meest gebruikelijke redenen voor eerwraak als het slachtoffer:

weigert mee te werken aan een gearrangeerd huwelijk.
de relatie wenst te beëindigen.
het slachtoffer was van verkrachting of seksuele aanranding.
werd beschuldigd van het hebben van een seksuele relatie buiten het huwelijk.

Mensenrechtenactivisten geloven dat er jaarlijks 100.000 eremoorden worden uitgevoerd, waarvan de meeste niet worden gerapporteerd aan de autoriteiten en een aantal zelfs bewust wordt verdoezeld door autoriteiten zelf bijvoorbeeld omdat de daders goed bevriend zijn met lokale agenten, machthebbers of politici. Geweld tegen meisjes en vrouwen blijft een serieus groot probleem in Pakistan, India, Afghanistan, Irak, Syrië, Iran, Servië en Turkije.