Eén van de zeldzame eremoorden op een man, respectievelijk, het blijft bij een moordaanslag.

De broers Abdullah en Mohamad slaan hun 16-jarige zus Sara in elkaar omdat ze haar relatie met een vier jaar oudere man niet accepteren. In de rechtbank zullen ze later zeggen dat ze de relatie beschouwden als een schending van de familie-eer.

Sara begon en stopte met de opleiding tandartsassistente. In totaal heeft ze 4 oudere broers en 1 jonger zusje. Zij zijn allen in Berlijn geboren nadat hun ouders in 1978 vanuit Libanon naar Berlijn kwamen. Omdat de vader ernstig ziek is, voelt de oudste zoon Mohamad zich het hoofd van het gezin.

Op de avond van 11 november 2010 dwingen de broers Sara onder doodsbedreigingen om haar vriend te bellen en hem naar een winkelcentrum te lokken. Daar hebben de broers, samen met een medeplichtige Ayad A. (24 jaar), Ghassan aangevallen met een mes: "Je zal sterven vandaag, je verdient het, dit is de eer, geen plezier," schreeuwt een van de aanvallers, wordt later gezegd in de rechtbank.

Een andere man haalt de vechters uit elkaar. Het is mogelijk dat deze "familievriend" Jamal (40 jaar) werd gestuurd door de vader van de twee broers. Ondertussen waren hun moeder en grootmoeder met Sara naar de plaats van de misdaad gegaan en dwongen haar om vanuit de auto getuige te zijn van de misdaad. Later nemen ze het moordwapen mee. Een voorbijganger belt de politie, die Mohamad arresteert. De broer Abdullah geeft zich de volgende dag over aan de politie. Sara wordt dan tijdelijk in een opvangtehuis voor vrouwen geplaatst.

In juni 2011 begint het proces over de poging tot moord voor de jeugdafdeling van de arrondissementsrechtbank Berlijn-Moabit. De broers en ook het slachtoffer zwijgen. Sara's moeder zou hebben gezegd dat haar dochter een slet was en schuldig voor het ongeluk van haar broers. In december trekt Ghassan zijn klacht in. Blijkbaar is er een buitengerechtelijke schikking. Ghassan en Sara trouwen volgens de islamitische wet.

In juli 2011 wordt Mohamad veroordeeld tot 3 jaar en 6 maanden gevangenisstraf voor het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, Abdullah en zijn medeplichtige Ayad tot 2 jaar en 6 maanden. In de motivering van het vonnis worden de intentie om te doden en een eermotief expliciet genoemd.