Aangifte van R. Geissen tegen Z. Mehraban en N. Achikzei vanwege oplichting bij politie Zeist

caret-down caret-up caret-left caret-right
De in brand gestoken Narges Achikzei en haar vriend hadden een heftig conflict met de 32-jarige Utrechtse ex-werkgever van de vrouw. De familie wordt in verband gebracht met oplichtingspraktijken. Tegen hen is in ieder geval aangifte gedaan door een benadeelde. Deze is zelf weer gedagvaard om een week na de brandmoord voor de rechter te verschijnen in verband met smaad. Hij zou gedurende lange periode de vrouw - een ex-werkneemster - hebben belaagd met e-mails en haar eer en goede naam hebben aangetast. Zeer waarschijnlijk heeft dit conflict een rol gespeeld bij haar gruwelijke dood. Het Openbaar Ministerie wil nooit inhoudelijk reageren op vragen over het juridisch conflict. Duidelijk is dat het conflict Achikzei en andere betrokkenen sterk onder druk zette.

Politie Utrecht
District Binnensticht
Recherche
PL0920/09-192579

P R O C E S – V E R B A A L
VAN AANGIFTE


Door ondergetekende verbalisant(en) werden achtereenvolgens
van de hieronder vermelde personen de personalia en
eventuele verklaring vastgelegd.


Pleegplaats/-adres ZEIST, LAAN VAN VOLLENHOVE 2175
Nadere omschrijving woning
Incident oplichting
Pleegdatum/-tijd tussen dinsdag 1 januari 2008 00:00 uur en
dinsdag 23 juni 2009 00:00 uur


Aangever/benadeelde GEISSEN, RALPH
Geb.datum/-plaats 13 april 1977 te UTRECHT
BSN gesl: M
Adres/-plaats te UTRECHT
Postcode/telefoon 0645598470

Ik wil aangifte doen van verschillende feiten die hierna
zijn opgenomen.
Voor het doen van de aangifte heb ik zelf al een verklaring
opgesteld en ik wil graag dat die verklaring, die compleet
is, in deze aangifte opgenomen wordt.
Wetboek van Strafrecht Artikel 49 (Medeplichtigheid)
1 Het maximum van hoofdstraffen op het misdrijf
gesteld wordt bij medeplichtigheid met derde
verminderd.
2 Geldt het een misdrijf waarop levenslange
gevangenisstraf is gesteld, dan wordt
gevangenisstraf opgelegd van ten hoogste twintig
jaren.
3 De bijkomende straffen zijn voor medeplichtigheid
dezelfde als voor het misdrijf zelf.
4 Bij het bepalen van straf komen alleen die
handelingen in aanmerking die medeplichtige
opzettelijk heeft gemakkelijk gemaakt of bevorderd,
benevens hun gevolgen.
Wetboek van Strafrecht Artikel 261 (Smaad)
1. Hij die opzettelijk iemands eer of goede naam
aanrandt, door telastlegging van bepaald feit, met
kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven,
wordt, als schuldig aan smaad, gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of
geldboete van derde categorie.

2 Indien dit geschiedt door middel van geschriften of
afbeeldingen, verspreid, openlijk tentoongesteld of
aangeslagen, of door geschriften waarvan de inhoud
openlijk ten gehore wordt gebracht, wordt de dader,
als schuldig aan smaadschrift, gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of
geldboete van derde categorie.
3 Noch smaad, noch smaadschrift bestaat voor zover
de dader heeft gehandeld tot noodzakelijke
verdediging, of te goeder trouw heeft kunnen

PL0920/09-192579- 1

 

PL0920/09-192579


aannemen dat het te last gelegde waar was en dat
het algemeen belang de telastlegging eiste.
Wetboek van Strafrecht Artikel 285b (Belaging)
1 Hij, die wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk
inbreuk maakt op eens anders persoonlijke
levenssfeer met oogmerk die ander te dwingen iets
te doen, niet te doen of te dulden dan wel vrees
aan te jagen wordt, als schuldig aan belaging,
gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste 3
jaren of geldboete van vierde categorie.

2 Vervolging vindt niet plaats dan op klacht van hem
tegen wie het misdrijf is begaan.

Wetboek van Strafrecht Artikel 285 (Bedreiging)
Bedreiging met openlijk in vereniging geweld plegen tegen
personen of goederen, met geweld tegen een internationaal
beschermd persoon of diens beschermde goederen, met enig
misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van
personen of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van
diensten ontstaat, met verkrachting, met feitelijke
aanranding van eerbaarheid, met enig misdrijf tegen het
leven gericht, met gijzeling, met zware mishandeling of met
brandstichting, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten
hoogste 2 jaren of geldboete van vierde categorie.

2 Indien deze bedreiging schriftelijk en onder een
bepaalde voorwaarde geschiedt, wordt ze gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste 4 jaren of
geldboete van vierde categorie.
3 Bedreiging met terroristisch misdrijf wordt
gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes
jaren of geldboete van vijfde categorie.

Wetboek van Strafrecht Artikel 188 (Valse aangifte of
klacht)
Hij die aangifte of klacht doet dat een strafbaar feit
gepleegd is, wetende dat het niet gepleegd is, wordt
gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of
geldboete van de derde categorie.
Toelichting.
Voor de toepassing van dit artikel is het voldoende dat in
de aangifte opzettelijk – in strijd met de waarheid –
feiten zijn opgenomen waaruit valt te concluderen dat op
een zeker tijdstip op de aangegeven plaats een bepaald
strafbaar feit is gepleegd. Zelfs het opzettelijk
verstrekken van onjuiste gegevens over de plaats van het
strafbare feit en de dader, kan tot het hierboven
omschreven strafbare feit leiden.
Het doet er niet toe tegen wie de dader de valse aangifte
of klacht doet. Hij kan dat doen tegen een bekende, maar
ook tegen een onbekende. De wetgever eist niet persé een
schriftelijke aangifte of klacht, maar het zal de
duidelijkheid en ook de bewijsvoering zeker ten goede komen
als dat wel gebeurt.

Artikel 188 betreft een opzetmisdrijf omdat de
dader moet weten dat het feit niet gepleegd is. Dit zal dan


 

PL0920/09-192579- 2

 

Geplaatst in Innovatie, Klokkenluider, Moord Narges Achikzei, Onderzoek, Politie Zeist, Tijdlijn en getagd met , , , , , , , .