Ontvangstbevestiging van donatie aan InvestigateHonorKilling.com

Contact






    WhatsappStuur ons een bericht via
    admin@investigatehonorkilling.com of
    Whatsapp nummer: +31.61.28.23.417
    Of: vul onderstaand formulier in.
    Anonimiteit en bronbescherming verzekerd.

    Hartelijk dank voor uw donatie
    Uw steun aan onze organisatie wordt zeer op prijs gesteld.

    Laatste Berichten

    Vonnis Mr. P.H. Ruijzendaal tegenover Advios Assurantiën BV en R. Geissen vanwege smaad, laster en belediging

    De in brand gestoken Narges Achikzei en haar vriend hadden een heftig conflict met de 32-jarige Utrechtse ex-werkgever van de vrouw. De familie wordt in verband gebracht met oplichtingspraktijken. Tegen hen is in ieder geval aangifte gedaan door een benadeelde. Deze is zelf weer gedagvaard om een week na de brandmoord voor de rechter te verschijnen in verband met smaad. Hij zou gedurende lange periode de vrouw - een ex-werkneemster - hebben belaagd met e-mails en haar eer en goede naam hebben aangetast.

    Zeer waarschijnlijk heeft dit conflict een rol gespeeld bij haar gruwelijke dood. Het Openbaar Ministerie wil nooit inhoudelijk reageren op vragen over het juridisch conflict. Duidelijk is dat het conflict Achikzei en andere betrokkenen sterk onder druk zette.
    vonnis
    RECHTBANK UTRECHT

    Sector handels- en familierecht

    zaaknummer / rolnummer: 266472 / KG ZA 09-426

    Vonnis in kort geding van 10 juni 2009

    in de zaak van

    MR. PETER HANS RUIJZENDAAL,
    wonende te Zeist,
    eiser,
    advocaat mr. P.H. Ruijzendaal,

    tegen

    1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
    ADVIOS ASSURANTIËN BV,
    gevestigd te Utrecht,
    2. RALPH GEISSEN,
    wonende te Utrecht,
    gedaagden,
    Advios Assurantiën BV vertegenwoordigd door haar bestuurder R. Geissen.

    Partijen zullen hierna Ruijzendaal, Advios en Geissen genoemd worden.

    1. De procedure

    1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
    – de dagvaarding
    – de mondelinge behandeling
    – de pleitnota van Ruijzendaal
    – de pleitnota van Geissen.

    1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

    2. De feiten

    2.1. Ruijzendaal heeft een cliënte van hem bijgestaan in de loonvorderingsprocedure
    tegen Advios. De aan die vordering ten grondslag liggende arbeidsovereenkomst is per 1
    juni 2008 geëindigd. BIj uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis van de kantonrechter te
    Utrecht van 9 juli 2008 is de loonvordering bij verstek toegewezen.

    2.2. Geissen is de voormalig leidinggevende van de cliënte van Ruijzendaal en tevens
    bestuurder van Advios. Vanaf het einde van het hiervoor bedoelde dienstverband heeft
    Geissen de cliënte van Ruijzendaal alsmede haar zuster regelmatig e-mails gezonden, soms
    gemiddeld dertig per week. Geissen is ook berichten over hen gaan plaatsen op

     

     

    266472 / KG ZA 09-426
    10 juni 2009


    verschillende internetfora. De cliënte van Ruijzendaal heeft op 18 december 2008 aangifte
    gedaan bij de politie en Ruijzendaal heeft zijn cliënte alsmede haar mede-eisers, te weten
    haar partner en haar zuster, bijgestaan in een kort geding procedure tegen Advios en
    Geissen.

    2.3. Bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis van 18 februari 2009 heeft de
    voorzieningenrechter van deze rechtbank, sterk verkort weergegeven, Advios en Geissen
    verboden om e-mails naar de cliënte van Ruijzendaal, dan wel naar derden of internetfora te
    zenden die haar schade kunnen berokkenen, en Advios en Geissen veroordeeld om alle de
    verzonden berichten naar de in het vonnis genoemde internetfora te (laten) verwijderen, met
    het gebod dat Advios en Geissen zich in de toekomst zullen onthouden van welke uitlating
    dan ook die de cliënte van Ruijzendaal schade kan berokkenen, alles op straffe van een door
    Geissen te betalen dwangsom, zulks tot een maximum van EUR 15.000,-.

    2.4. Tijdens de behandeling van het hiervoor genoemde kort geding is ter sprake
    gekomen dat Advios en Geissen ook e-mails aan Ruijzendaal zijn gaan zenden. Daarnaast is
    door hen ook informatie over Ruijzendaal op het internet geplaatst.
    Ruijzendaal heeft Advios en Geissen bij brief van 5 februari 2009 gesommeerd een aantal
    berichten van de diverse internetfora te verwijderen en zich in de toekomst van dergelijke
    uitlatingen te onthouden. Advios en Geissen hebben aan deze sommatie geen gevolg
    gegeven.

    2.5. Op de site BeoordeelZelf.nl heeft Geissen op 12 januari 2009 de volgende
    opmerking geplaatst:
    “P.H. Ruijzendaal uit Zeist is een grote boef die misbruik maakt van subsidie van de Raad
    voor Rechtsbijstand en er mede voor heeft gezorgd dat zijn cliënten in de gevangenis zijn
    beland(!). Hij is medeplichtig aan poging tot oplichting en afpersing in zijn rol als
    ‘advocaatje van Duiveltje’. ”
    Op de site yelloyello.com heeft Geissen op 12 januari 2009 de volgende tekst geplaatst:
    “Mr. P.H. Ruijzendaal wordt er van beschuldigd dat hij zich als advocaat heeft
    beziggehouden met het afpersen van bedrijven in opdracht van moslimfundamentalistische
    criminele organisatie. Recherche Utrecht heeft de zaak momenteel in onderzoek, formeel is
    Mr. P.H. Ruijzendaal derhalve “verdachte” van medeplichtigheid aan poging tot oplichting en
    afpersing.”

    Daarnaast sturen Geisen en Advios ook berichten aan derden, waaronder de Raad voor de
    Rechtsbijstand, Site Favon.org (Karen van Vlezen) en de journalist Stan de Jong en naar
    internetfora waarin allerlei aantijgingen worden aangehaald alsof het feiten zijn.

    2.6. Ook de deurwaarder die belast is met de executie van het vonnis van de
    kantonrechter van 9 juli 2008 en het vonnis van de voorzieningenrechter van 18 februari
    2009 ontvangt regelmatig e-mails van Advios en Geissen.

    2.7. Bij brief van 16 april 2009 heeft Stichting de Ombudsman aan Ruijzendaal te
    kennen gegeven dat een potentiële cliënte van Ruijzendaal naar aanleiding van de
    berichtgeving ove rhem op internet, zich tot de Stichting heeft gewend om inlichtingen te
    verkrijgen.

     

     

    266472 / KG ZA 09-426
    10 juni 2009


    2.8. Ook via de zoekmachine Google kunnen de hiervoor onder 2.5 genoemde berichten
    worden aangetroffen. Ruijzendaal ontvangt nog steeds e-mails van Advios en Geissen, soms
    meerder malen per dag.

    2.9. Geissen heeft op 19 mei 2009 een e-mail aan Ruijzendaal gezonden. In de aanhef
    daarvan is vermeld dat het een (door Geissen opgesteld) concept proces-verbaal betreft van
    een aangifte door Geissen (mede namens Advios) en dat deze aangifte niet door de politie
    Utrecht is opgenomen in verband met een lopende strafzaak. Dit geschrift geeft inzicht in de
    verwijten die Geissen aan Ruijzendaal en zijn cliënten maakt en maakt er onder meer
    melding van dat Geissen met de dood is bedreigd en dat hij slachtoffer is van een criminele
    samenspanning die door Ruyzendal is geregisseerd.

    3. Het geschil

    3.1. Ruijzendaal vordert – samengevat – Advios en Geissen hoofdelijk te veroordelen
    om geen e-mails meer aan Ruijzendaal, derden, Google of andere zoekmachines en/of
    internetfora te zenden die Ruijzendaal schade kunnen berokkenen, en alle verzonden
    berichten te (laten) verwijderen en hen te veroordelen zich in de toekomst van dergelijke
    uitlatingen te onthouden. Alles op straffe van een dwangsom en met veroordeling van de
    kosten van dit geding.

    3.2. Geissen voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van
    belang, nader ingegaan.

    4. De beoordeling

    4.1. Geissen heeft (mede namens Advios) toegezegd geen e-mails meer aan Ruijzendaal
    zelf toe te sturen. Daarbij heeft hij betoogd dat hij de email van 19 mei 2009 een mooie
    afsluiting vond en dat hij nu zal wachten tot dat de politie zijn aangifte in behandeling neemt
    en een onderzoek zal starten. De voorzieningenrechter gelooft Geissen op zijn woord dat hij
    deze toezegging gestand zal doen. Geissen heeft met het voorgaande aannemelijk gemaakt
    dat Ruijzendaal geen belang heeft bij een verbod op het toezenden van e-mails aan zijn
    adres. De vordering op dit punt zal om die reden worden afgewezen.

    4.2. Ten aanzien van de resterende vorderingen wordt het volgende overwogen.

    4.3. De vorderingen vormen een beperking van het aan ieder toekomend recht op
    vrijheid van meningsuiting als bedoeld in artikel 10 van het EVRM. Dat recht kan ingevolge
    het bepaalde in het tweede lid van artikel 10 EVRM slechts worden beperkt indien de
    beperking bij de wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is,
    bijvoorbeeld ter bescherming van rechten van anderen. Van een beperking die bij de wet is
    voorzien, is sprake wanneer de publicatie onrechtmatig is in de zin van artikel 6:162 BW.

    4.4. Vooropgesteld moet worden dat het Advios en Geissen in beginsel vrij staat om
    hun mening te geven en te publiceren. Daarbij dienen echter de grenzen die de zorgvuldigheid
    in het maatschappelijk verkeer met zich brengt niet te worden overschreden.
    Van een dergelijke overschrijding kan sprake zijn, indien de gepubliceerde uitlatingen
    feitelijk onjuist of onnodig grievend zijn.

     

     

    266472 / KG ZA 09-426
    10 juni 2009


    4.5. Door Ruijzendaal stelt dat de onder 2.5. geciteerde uitlatingen feitelijk onjuist,
    opruiend en stemmingmakend zijn en bovendien onnodig verwarring zaaien onder
    (potentiële) cliënten van zijn kantoor. Ruijzendaal heeft tevens gesteld dat Advios en
    Geissen met hun uitlatingen onrechtmatig jegens hem handelen en met hun verdachtmakingen
    ook schade aan zijn kantoor zullen berokkenen.

    4.6. De voorzieningenrechter overweegt dat de gewraakte uitlatingen onrechtmatig zijn
    omdat zij opruiend en/of stemmingmakend zijn. Met de gewraakte uitlatingen wordt immers
    de indruk gewekt dat er een strafrechtelijk onderzoek tegen Ruijzendaal is ingesteld omdat
    hij verdacht is van strafbare feiten. Een dergelijke strafrechtelijke verdenking is echter niet
    aangetoond. Het publiceren van dergelijke verdachtmakingen die door Geissen niet kunnen
    worden gestaafd, is dan ook onrechtmatig. De door Ruijzendaal gevorderde verwijdering
    van publicaties en berichtgevingen waarin dergelijke verdachtmakingen voorkomen, zullen
    worden toegewezen.

    4.7. Het aan Geissen en Advios op te leggen verbod om e-mails aan derden, Google,
    andere zoekmachines en/of internetfora te zenden, dan wel uitlatingen in enige andere vorm
    te doen, zal gelet op het voorgaande eveneens worden toegewezen, met dien verstande dat
    daarbij zal worden bepaald dat Geissen en Advios in hun berichtgevingen Ruijzendaal niet
    mogen beschuldigen van het plegen van misdrijven of de indruk mogen wekken dat
    Ruijzendaal daarvan wordt verdacht.

    4.8. De gevorderde dwangsom zal worden beperkt als volgt.

    4.9. Geissen zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden
    veroordeeld. De kosten aan de zijde van Ruijzendaal worden begroot op:
    – dagvaarding EU 72,25
    – vast recht 262,00
    – overige kosten 0,00
    – salaris advocaat 816,00
    Totaal EUR 1.150,25

    5. De beslissing

    De voorzieningenrechter

    5.1. verbiedt Geissen en Advios e-mails naar derden, de zoekmachine Google of
    andere zoekmachines of internetfora te zenden waarin Geissen en/of Advios Ruijzendaal
    beschuldigen van het plegen van misdrijven, of de indruk wekken dat Ruijzendaal van het
    plegen van misdrijven wordt verdacht,

    5.2. gebiedt Geissen en Advios om al de door of namens hen op intenet geplaatste
    informatie over Ruijzendaal, waaronder die op Google en de diverse internetfora, te (laten)
    verwijderen,

    5.3. verbiedt Geissen en Advios in de toekomst tegenover derden uitlatinge te doen
    waarin Ruijzendaal wordt beschuldigd van het plegen van misdrijven, dan wel de indruk
    wekken dat Ruijzendaal van het plegen van misdrijven wordt verdacht,

     

     

    266472 / KG ZA 09-426
    10 juni 2009


    5.4. bepaalt dat Geissen voor iedere dag dat hij, dan wel Advios, in strijd handelt met
    het in 5.2 bepaalde en voor iedere overtreding van het in 5.1 of 5.3 bepaalde, aan
    Ruijzendaal een dwangsom verbeurt van EUR 500,- per dag tot een maximum van in totaal
    EUR 15.000,–,

    5.5 veroordeelt Geissen Advios hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal
    zijn bevrijd, in de proceskosten, aan de zijde van Ruijzendaal tot op heden begroot op
    EUR 1.150,25,

    5.6. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,

    5.7. wijst het meer of anders gevorderde af.

    Dit vonnis is gewezen door mr. H.AE. Uniken Venema en in het openbaar uitgesproken op
    10 juni 2009.

    w.g. griffier w.g. rechter

     

    Reactie van Politie Utrecht op R. Geissen’s klacht over het politieoptreden van Anita Frielink (ps)

    De in brand gestoken Narges Achikzei en haar vriend hadden een heftig conflict met de 32-jarige Utrechtse ex-werkgever van de vrouw. De familie wordt in verband gebracht met oplichtingspraktijken. Tegen hen is in ieder geval aangifte gedaan door een benadeelde. Deze is zelf weer gedagvaard om een week na de brandmoord voor de rechter te verschijnen in verband met smaad. Hij zou gedurende lange periode de vrouw - een ex-werkneemster - hebben belaagd met e-mails en haar eer en goede naam hebben aangetast.

    Zeer waarschijnlijk heeft dit conflict een rol gespeeld bij haar gruwelijke dood. Het Openbaar Ministerie wil nooit inhoudelijk reageren op vragen over het juridisch conflict. Duidelijk is dat het conflict Achikzei en andere betrokkenen sterk onder druk zette.

    Postbus 8300
    3503 RH Utrecht

    Aan:
    R. Geissen
    p/a Enoch Advocaten
    Postbus 4063
    3502 HB Utrecht

    Telefoon 0900-8844 (lokaal tarief)

    Bezoekadres
    Korpsonderdeel Bureau Veiligheid en Integriteit

    Behandeld door mw. M. van Rossum/iz
    Doorkiesnummer 0900-8844
    Ons kenmerk 2009-0595
    Datum 27 mei 2009
    Onderwerp Klacht politieoptreden

    Geachte heer Geissen,

    Hierbij bevestig ik de ontvangst van uw brief d.d. 20 mei 2009, waarin u uw beklag doet over een optreden van de Politie Utrecht.

    Een deel van de klacht die u heeft ingediend heeft te maken met een kwestie, dat in een strafrechtelijke procedure wordt behandeld en beoordeeld. Het in behandeling nemen van dat deel van uw klacht volgens de klachtenregeling Politie Utrecht leidt tot een onwenselijke samenloop met de strafrechtelijke procedure, omdat het oordeel over een strafbaar feit bij het Openbaar Ministerie en de rechter ligt. Uw verweer dient u in eerste aanleg dan ook in het
    strafproces te voeren.

    Zodra de opsporing en vervolging zijn beïndigd, bijvoorbeeld door een onherroepelijke uitspraak van de strafrechter of een sepot, ontvangt u daarvan bericht. Indien uw klachtpunten daarbij niet zijn betrokken, kunnen deze alsnog in behandeling worden genomen tot één jaar na de datum van het sepotbesluit of de uitspraak van de rechter.
    Indien u daar prijs op stelt kunt u mij dit laten weten. Ik verzoek u mij in dat geval tevens een kopie van de beslissing van de rechter of het sepotbesluit te sturen.

    Het deel van uw klacht dat betrekking heeft op het weigeren een aangifte op te nemen kan wel worden behandeld conform de klachtenregeling. Ik heb uw brief doorgestuurd naar een klachtbehandelaar van de Politie Utrecht, die contact met u zal opnemen om met u te bespreken op welke wijze uw brief het beste kan worden behandeld. Daarvoor neemt hij/zij naar verwachting binnen 2 weken contact met u op.
    In verband met de vakantie van enkele klachtbehandelaars van de Politie Utrecht is het mogelijk, dat dit wat langer duurt.

    Informatie over de klachtenprocedure vindt u in de bijgaande folder.

    Hoogachtend,

    mw. M. van Rossum
    Regionaal klachtencoördinator